De godná- of tatoeage-traditie was prominent aanwezig onder de vrouwen van de Indiase contractarbeiders en hun nakomelingen. Tot op de dag van vandaag dragen vrouwen, vaak ver in de tachtig, deze tatoeages op hun onderarmen; één die ze vóór het huwelijk kregen en de andere na het huwelijk. Ze getuigen allemaal van het feit, dat als ze deze niet hadden, hun schoonfamilie of een heilige man zelfs geen water van hen zou accepteren.
Lees verderPrem Dihal: Sinkh ke jháru
Een bekend item in veel Surinaamse huishoudens is de kokosbezem ook bekend als een ‘pointa-broom’ in het Caraïbisch gebied. Sommige mensen noemen het “kokosbezem” omdat het hoofdbestanddeel nerven zijn van de bladeren van een kokospalm.
Lees verderPrem Dihal: Herder-mes
Vorige week was het groot nieuws dat een man die tijdens een herdenkingsbijeenkomst in Solingen, Duitsland, mensen had neergestoken. Vele oudere Surinamers herinnerden zich iets. Maar wat was de herkenning? Lees verder over ‘Suriname-Mes-Solingen’.
Lees verderPrem Dihal: Verkiezingen
Mijn vader zat in de politiek! En dat hebben we geweten. Het was altijd spannend met al die mensen bij ons over de vloer. Soms was het lastig om te onderscheiden waar een bezoeker voor kwam. Voor de politiek, Árya Samáj, kwam hij voor een kavel of kwam hij een kalf kopen? Of wilden ze advies over landbouw? Het kon ook een leverancier zijn met nieuwe offertes.
Lees verderPrem Dihal: Naar school
Als je naar school ging, kwam je de eerste dag waarschijnlijk in een fröbelklas. Je was meestal vier jaar oud en de eerste twee jaren bracht je door in de lage en de hoge fröbelklas. Meestal werd de oudste zus jouw begeleider. Mijn oudste zus, die vier jaar ouder is, was dat in elk geval voor mij. Ik kwam in een klas van een juffrouw, iemand van veertig of vijftig jaar, uit de stad. Ze was een doglá, een mix. Volgens mij heb ik de eerste dag niets begrepen van wat zij vertelde en heb ik meer om mij heen gekeken, en vooral naar het lokaal waar mijn zus zat. En toen was er pauze! De bel ging en ik rende naar buiten. En ja hoor, wie stond daar? Mijn zus met een fles melk met een speentje erop. Ja, dat was ons op die leeftijd nog niet afgeleerd. Ik werd dan ook uitgelachen door de oudere jongens terwijl mijn zus zich over mij ontfermde en me aanmoedigde om de melk op te drinken. Naar ik mij kan herinneren, was ik na die dag niet meer zo gehecht aan het speentje.
Lees verderPrem Dihal: Lalbahadoer, een fatale liefde
Lalbahadoer was een jonge Hindostaanse man die woonde op Meerzorg, een plaats in het district Commewijne in Suriname. Zijn vader, Lala, was een landbouwer die groenten verbouwde op zijn eigen perceel. Lalbahadoer hielp zijn vader op het land, maar had ook andere interesses, zoals lezen en muziek. Hij speelde harmonium en zong bhajans, religieuze liederen. Daarnaast was hij geïnteresseerd in politiek en volgde hij de ontwikkelingen in India, het land van zijn voorouders.
Lees verderPrem Dihal: Hindostanen en hun oude sieraden
In het kader van de ontsluiting van de tastbare erfgoederen van de Brits-Indische contractarbeiders in Suriname is er momenteel een inventarisatieonderzoek gaande naar de oude sieraden die deze contractarbeiders meenamen. Met een schuin oog wordt ook naar andere diaspora-landen zoals Guyana, Trinidad en Fiji gekeken
Lees verderPrem Dihal: Verhalen van Kwatta: Derde tot Vijfde Rijweg – De náu
De náu was een assistent van een pandit in de Hindoestaanse traditie. Het woord ‘náu’ komt van het Hindi-woord ‘naukar’, wat ‘dienaar’ betekent. De náu bracht de uitnodigingen rond, ondersteunde de pandit bij het uitvoeren van rituelen en ceremonies. Over het algemeen kon de náu worden belast met het klaarzetten van de benodigde materialen, zoals bloemen, fruit en wierook en het zorgen voor alles wat nodig was voor de ceremonie. De náu werd ook gewaardeerd voor zijn toewijding aan de pandit en de gemeenschap.
Lees verderPrem Dihal: Gebedsgenezers
Bij Hindostanen komt het, net als bij andere bevolkingsgroepen, regelmatig voor dat ze gebruikmaken van huismiddeltjes, veelal gebaseerd op plantaardig materiaal tegen allerlei kwaaltjes van zowel mens en dier. Er zijn ook traditionele genezers die hun ‘bovennatuurlijke krachten’ ten dienste stellen van hun gemeenschap en vrijwel altijd gebruikmaken van natuurlijk materiaal. Bij het lezen van het onderstaande verzoek ik u kritisch te zijn en om zelf een mening te vormen.
Lees verderPrem Dihal: Káhe gaile bidesh
Na de boottocht op het Triveni Sangam, de samenvloeiing van drie rivieren waar de Kumbh Mela wordt gehouden, stond de zon hoog aan de hemel toen wij een bezoek brachten aan het “lokale diaspora”-erfgoedmuseum. Dit museum, genaamd Káhe gaile bidesh, is volledig gewijd aan de emigratie/immigratie van Indiërs uit deze streek naar Suriname en is gevestigd in het GB Pant Social Science Institute in Prayagraj (voorheen Allahabad).
Lees verderPrem Dihal: Varanasi: Lolark Kund en Diváli
Het kernidee achter Diváli is de overwinning van het goede over het kwade. Hindoes, Sikhs, Boeddhisten en Jains over de hele wereld vierden Diváli dit jaar op 12 november. De festiviteiten die vijf dagen duren, worden gekenmerkt door versierde gebouwen, heldere lichtjes, brandende wierook en weelderige maaltijden, vooral zoetigheden. Families die anders gescheiden zijn door afstand komen samen. Wij vierden Diváli in Varanasi maar bezochten, als onderdeel van een wandeltocht, eerst Lolark Kund.
Lees verder